‘Meldkamers spelen steeds grotere rol in het gouden uur’

04 april 2023

Op 21 maart ging de grootste en nieuwste meldkamer van Nederland in bedrijf in Apeldoorn. Een hagelnieuw gebouw. Drie oude meldkamers fuseerden tot één en centralisten bedienen 3,3 miljoen inwoners. Het is de zevende van de tien beoogde meldkamers die is aangesloten op dezelfde techniek en infrastructuur en de voorlaatste meldkamersamenvoeging. Waar moet deze ontwikkeling toe leiden? ‘Mensen die hulp nodig hebben, worden steeds beter geholpen in het eerste contact.’

Anton Slofstra is commandant van de veiligheidsregio Gelderland Midden en begeleidde de fusie van meldkamers in Apeldoorn vanuit het perspectief van de brandweer en veiligheidsregio’s. Bovendien is hij samen met Frans Schippers namens de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) lid van het Strategisch Meldkamer Beraad (SMB). Hij weet wat de bedoeling is en maakte het proces mee. ‘12,5 jaar geleden werd het transitieakkoord meldkamers gesloten, waarin stond dat we landelijk meer als één meldkamerorganisatie zouden gaan werken. Nu kunnen we zeggen dat we dat zo goed als aan het afronden zijn en kunnen we gaan nadenken over de volgende stappen.’

Minder kwetsbaar, meer informatie

De overgang naar tien meldkamers op één infrastructuur zorgt ervoor dat taken kunnen worden overgenomen bij uitval, bijvoorbeeld. En dat de hulpdiensten beter in staat worden gesteld om informatie uit te wisselen. Meldkamers kunnen daarbij een uitruk al verregaand voorbereiden, terwijl de brandweermensen zich haasten van werk- of thuissituatie naar uitruk. Zij kunnen de bevelvoerders en officieren voorzien van heel veel relevante informatie.

En dat laatst in het gemeenschappelijke belang. ‘Hoe meer relevante informatie de meldkamer kan geven in de allereerste fase, hoe beter voorbereid de brandweer ter plaatse komt. Het helpt ons als we weten om welk gebouw het gaat, waar we naar binnen kunnen, of er een brug open staat en of er ook andere bevolkingsmaatregelen moeten worden genomen, zoals een NL-alert.’

‘Nu al werken we met veel informatie, maar dat zal nog verder toenemen. We staan nog maar aan het begin van dit soort ontwikkelingen. De hardware, in de vorm van tien meldkamers en op elkaar aangesloten systemen, dat staat er bijna. Nu kunnen we daar op doorbouwen.’

De meldkamer is al een tijdje geen plek meer waar alleen nog een melding wordt aangenomen, zegt Slofstra. ‘Nu al werken we met veel informatie, maar dat zal nog verder toenemen. We staan nog maar aan het begin van dit soort ontwikkelingen. De hardware, in de vorm van tien meldkamers en op elkaar aangesloten systemen, dat staat er bijna. Nu kunnen we daar op doorbouwen.’

Meer informatie bij elkaar brengen

We leven in het informatietijdperk, waarbij mensen ook mogen verwachten dat de hulpdiensten de informatie paraat hebben die nodig is, vindt hij. ‘Op het moment dat iemand een vergunning heeft aangevraagd voor de bouw van zijn bedrijfspand, heeft hij de overheid geïnformeerd over hoe dat gebouw in elkaar zit. Als er dan een brand ontstaat in dat pand, dan wil je als brandweer dat soort informatie bij de hand hebben. De meldkamer van de toekomst is meer en meer in staat dit soort informatie bij elkaar te brengen.’

‘Of denk aan de complexe inzet in een parkeergarage, waar steeds meer elektrische voertuigen staan. Hoe organiseer je hiervoor het beste het beeld voor de inzet en wie zet dan de informatie op een rijtje voor de aanrijdende eenheden? De meldkamer kan daarin een geweldige rol spelen en de bevelvoerder enorm helpen.’

Meer hetzelfde doen

Daarop volgt een ander voordeel waar de fusie naar tien meldkamers voor zorgt. Een meer geharmoniseerde aanpak. ‘We hebben ontzettend veel melding classificaties en veel verschillende uitrukregelingen. Is het logisch dat de respons in de ene regio anders is dan in de andere? Verschillen moeten er blijven, want opschalen op Schiermonnikoog is wat anders dan in Arnhem. Maar er zijn genoeg zaken waarvan je denkt; het is allebei niet goed of fout, maar er is wel verschil, zullen we hetzelfde gaan doen? Dit is een mooie aanleiding om daar het goede gesprek over te voeren en van elkaar te leren.’

Fuseren, meer samenwerken en harmoniseren; het kan de vraag opwerpen of we als brandweer nog voldoende zeggenschap houden? ‘Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) faciliteert de hardware, gebouwen en infrastructuur, maar de meldkamerfuncties zijn van de hulpdiensten politie, ambulance, marechaussee en brandweer zelf. De meldkamer brandweer is en blijft onderdeel van de veiligheidsregio. Daar ligt dus ook de regie en dat zal zo blijven.’

Maar samenwerken voelt helemaal niet als moeten. ‘Het is waarvoor we er zijn, we willen de burger in nood zo snel en goed mogelijk helpen. Dat moeten we professioneel doen. We kunnen daarbij niet alleen naar onze eigen kolom kijken. Als er brand is, kan dat ook vragen om een respons van politie of ambulance. Maar misschien ook van de marechaussee, de douane of de kustwacht. En bij een terroristische aanslag? Welke eenheid wel, welke niet, welk gebied is veilig, wie moet worden gewaarschuwd, enzovoort. De analyse is dat het aantal en de omvang van complexere gevaren en crises toeneemt. Samenwerking tussen diensten en organisaties zal dus alleen maar belangrijker worden.’

112-meldingen met beeld

De omslag naar tien meldkamers is om die reden een goede stap. En wat Slofstra betreft is het nu ook het moment om na te denken over volgende stappen. ‘De ontwikkeling die ik voor me zie zit grotendeels in het breder kunnen interpreteren van de meldkamervraag. Niet alleen bij ons, maar ook in de witte kolom, bijvoorbeeld. Een mantelzorger valt van de trap en breekt haar heup; dan moet niet alleen de mantelzorger worden verzorgd, maar ook de partner die afhankelijk is van mantelzorg. Dit zijn het type vragen waar alle organisaties over nadenken.’

‘Maar ook: meer 112-meldingen zullen via de app gaan, met beeld van de situatie ter plekke. Die beelden moeten we ook kunnen delen met de eenheden en meteen voorzien van een handelingsperspectief. En hoe lang duurt het nog voor we met artificial intelligence slimmer de inzet kunnen voorbereiden? We leven in het informatietijdperk. Mensen mogen ook van ons verwachten dat we ons hierin ontwikkelen. Zo kunnen we in de allereerste fase, het gouden uur, mensen in nood beter helpen.’

Zie ook

Stel een vraag
Sluit stel een vraag box