Diversiteit: ervaringsverhalen

De brandweer is er 24/7 en is er voor iedereen. We staan midden in de samenleving. Het is dan ook van groot belang dat wij verbinding hebben en houden met iedereen. Op die manier kunnen we maatwerk leveren en rekening houden met achtergronden en gewoonten van inwoners. Om de leefbaarheid en (brand)veiligheid in de wijken te vergroten treden onze brandweercollega’s hiervoor proactief in contact met burgers, zoals in de Brandweer over morgen beschreven staat. Om dit op een goede manier te kunnen doen willen we een afspiegeling zijn van de samenleving. En dat vraagt om diversiteit in de organisatie.

Jeroen Crucq

‘Toen ik bij de brandweer kwam, wist ik al dat ik homo ben. Ik durfde daar alleen nooit voor uit te komen. Het duurde 20 jaar voordat ik uit de kast durfde te komen’ Geeft Jeroen aan. Op zijn dertigste vertelde hij aan zijn familie dat hij op mannen valt. ‘Je kunt er niet mee blijven lopen. Er kwam een nieuwe commandant bij het korps, waarmee ik heel goed kon praten, ik heb het als eerste aan hem verteld. Hij heeft dat zo goed opgepakt, dat was echt een steun in de rug om ook bij de rest van mijn brandweercollega’s uit de kast te komen.’ Jeroen merkte dat het wel geaccepteerd werd, maar dat er niet over gesproken werd als hij erbij was. ‘Ik denk dat het even moest indalen. Dat heeft zeker een jaar geduurd, maar uiteindelijk waarderen mensen je om wie je bent, en niet om wat je bent.’

Het duurde 20 jaar voordat ik uit de kast durfde te komen

Netwerk Roze Rood

In datzelfde jaar werd Jeroen ook lid van het diversiteitsnetwerk van de brandweer: ‘Ik merkte een enorme drang om toenadering te zoeken tot Roze Rood. Het eerste contact met voelde als een warm bad. Je weet dat je niet meer alleen bent, je ontmoet eindelijk mensen die net zo zijn als jij. Het voelde zo goed dat ik me een dag later meteen heb aangemeld bij het netwerk.’


Bernadette Bakker

’17 februari 2011 is de dag van mijn wedergeboorte. Bij de Lidl heb ik dit jaar appelflappen gehaald. ‘Jongens, ik ben vandaag 7 geworden’, zei ik tegen mijn collega’s. Sinds die dag in 2011 ben ik eindelijk ook van buiten de persoon die ik van binnen al jaren was.

Toen ik 5 was, wist ik al: als ik ooit een meisje word, heet ik Bernadette. Maar in die tijd werd wat ik voelde helemaal niet herkend. Ik moest het verborgen houden en ben later gaan duiken, gaan schieten en bij de brandweer gegaan: kijk eens wat een stoere vent ik ben. Toen mijn vrienden verkering kregen, moest ik natuurlijk wel meedoen en zo kwam ik mijn ex-vrouw tegen. Voor we gingen trouwen heb ik haar opgebiecht: ik heb het gevoel dat ik in het verkeerde lichaam zit. O, daar komt ooit vast een pilletje voor, reageerde ze, en dat dacht ik zelf eigenlijk ook. Later vond ze het goed als ik eens per maand naar een soos voor gelijkgestemden ging. Dat ging jaren zo door, tot ik op een vrijdagavond in 2007 een briefje kreeg: ik hou niet meer van je, ik ga mijn eigen weg. De maandag daarop heb ik het transgenderteam van het VU gebeld. Toen was ik 52.

Ik zeg altijd: ik heb een geslachts-bevestigende operatie ondergaan.

Bij de brandweer is een machocultuur, maar ik heb veel steun gehad aan mijn toenmalige commandant, Edith van der Reijden. Ze gaat me vast vertellen dat ik ’s avonds kan doen wat ik wil, maar dat ik overdag als vent naar m’n werk moet komen, dacht ik, maar ze las mijn brief, keek me aan en zei: ‘Nou meid, gefeliciteerd. Vanaf nu geen stropdassen meer.’ De maandag erop kwam ik in vrouwenuniform naar mijn werk en deed ze me een sjaaltje om. Van sommige collega’s kreeg ik drie zoenen, van anderen doodsbedreigingen, en er was er een die het verdomde mij als vrouw te erkennen: ‘Ik heb je dertig jaar als man gekend en zo blijf ik je ook noemen.’ Jan, heette hij. Ik zei: ‘Da’s goed, Jantientje.’

Ik zie alleen de positieve dingen. Sinds ik vrouw ben, ben ik sterker geworden. Jezelf opmaken, mooie kleding uitkiezen; wat meisjes leren in hun pubertijd, heb ik op mijn 54ste geleerd. Laatst stond ik tijdens de Gay Pride met een als vrouw geboren vrouw te praten die niets doorhad, dat is voor mij echt de kers op de taart. Ik zeg altijd: ik heb een geslachtsbevestigende operatie ondergaan. Sinds die dag in 2011 leef ik echt.’

Zie ook: Volkskrant.nl: Deze vijf mensen verlegden radicaal de koers: ‘Zo romantisch is het niet’


Willy Piepenbrock

Willy Piepenbrock is Specialist Opleiden in Limburg-Noord en daarnaast Officier van Dienst, Voorlichter CoPI, instructeur, coördinerend docent, provinciaal coördinator ABWC, Buitengewoon ambtenaar voor de burgerlijke stand. Dat alles doet hij met evenveel passie en plezier.

In 2013 kwam Willy ‘uit de kast’. Binnen een week vertelde hij het aan zijn familie en collega’s: ‘Ik woon in een dorp waar iedereen bijna alles van elkaar weet. Vandaar dat ik het ook zo snel mogelijk aan mijn collega’s wilde vertellen, zodat zij het niet ‘op straat’ zouden horen. Het was een hele heftige periode. Het voelde aan als de bergetappes van de Tour de France.’

We zijn goed op weg, maar zijn er nog niet

In de kast

De collega’s van Willy gingen op een fijne manier om met het nieuws: ‘Ik heb het ontzettend getroffen. Er is nooit een onvertogen woord gevallen. Collega’s waren zelfs erg open. Ze stelden vragen of verontschuldigden zich zelfs voor grappen die ze in het verleden hadden gemaakt. Maar grappen moeten ook kunnen. Zo kwam ik ooit op de kazerne om spullen op te halen die ik was vergeten. Ik had dienst dus riep dat ik snel even de kast in dook om de spullen te pakken. Mijn collega begon hard te lachen en riep dat ik dat beter niet kon doen. Ik was er immers net uit!’

We zijn er nog niet

Dat het uit de kast komen voor Willy zo soepel verliep, wil niet zeggen dat er bij de brandweer geen werk meer te verzetten is: ‘Als ik naar mijn eigen situatie kijk, dan zijn we op de goede weg. Maar tegelijkertijd krijgen we ook signalen dat de sfeer niet overal even tolerant is op de kazernes. Het netwerk Roze in Rood is nog hard nodig. Zichtbaarheid van diversiteit is belangrijk binnen de brandweer. Een organisatie die qua personeel een afspiegeling is van de Nederlandse samenleving. En ook uitstraalt dat deze diversiteit een gezamenlijk doel nastreeft: het redden van mens en dier en het beperken van schade. Dat maken we zichtbaar door ook dit jaar weer deel te nemen aan verschillende activiteiten zoals Roze Zaterdag, de kranslegging bij het homomonument en de Canal Parade. Het merendeel van de opvarenden is trouwens hetero. Die betrokkenheid van collega’s is geweldig. Dan voel je je echt gesteund.’

Luisterend oor

Zijn eerste bezoek aan het Netwerk Roze in Rood kan Willy zich nog goed herinneren: ‘Ik wist niet van het bestaan af en kwam het toevallig tegen op de website. Het was fijn om met het vak bezig te zijn en tegelijkertijd onderling je verhaal te kunnen delen. Het netwerk is voor velen een luisterend oor. Als je de beslissing neemt om uit de kast te komen of als je ergens tegenaan loopt, dan kunnen we ondersteuning bieden.’ Komende tijd gaat Willy investeren in de bekendheid van het netwerk: ‘We willen de algemene acceptatie op de werkvloer verder ontwikkelen. Nogmaals, we zijn goed op weg, maar hebben ook nog veel werk te verzetten. We zijn er nog niet en daar zetten we ons de komende tijd voor in!’

Stel een vraag
Sluit stel een vraag box