De ceremonie bij het monument werd onder andere bijgewoond door nabestaanden en de 25 commandanten van de brandweerregio’s. Bij brandweerposten in heel het land hing de vlag halfstok en op veel plekken werd gelijktijdig aan het herdenkingsmoment in Schaarsbergen het water-ereteken gegeven.
“De pijn en het verdriet bij nabestaanden mogen niet voor niets zijn. We moeten blijven leren en er alles aan doen om risico’s te verkleinen.”
Het brandweervak is niet zonder risico’s. Toch is dat besef lang niet altijd op de voorgrond aanwezig . Misschien dat de jaarlijkse herdenking om die reden zo’n indrukwekkend moment is. “Waar anderen van weglopen, lopen brandweermensen naartoe”, haalt voorzitter van Brandweer Nederland Tijs van Lieshout een vaak gebruikt gezegde aan in zijn toespraak. “Dat is nooit zonder risico, dat weten we. Als brandweer zijn we schatplichtig aan alle slachtoffers. De pijn en het verdriet bij nabestaanden mogen niet voor niets zijn. We moeten blijven leren en er alles aan doen om risico’s te verkleinen.”
Ook burgemeester Jack Mikkers namens het Veiligheidsberaad en Monique Vogelzang namens het ministerie van Justitie en Veiligheid waren aanwezig en betuigden in een toespraak hun medeleven.
Aangrijpend is het als Carla de Meijer het woord neemt. Ze verliest haar man Eric tijdens de Cindu-ramp in Uithoorn, in 1992. “Mijn wereld stortte in. Daar stond ik dan, 27 jaar en al weduwe, samen met twee kleine kinderen van 4 en 1 jaar oud.” Ze beschrijft hoe zij en haar man vol in het leven stonden. Eric ging werken bij het bedrijf waar zijn vader decennialang zijn uren maakte. Hij studeerde werktuigbouwkunde in de avonduren en groeide in het bedrijf. “Wat was je trots, en ik uiteraard ook, op je eerste project boven een miljoen gulden als bouwleider.”
Hij sluit zich, betrokken en ambitieus als hij is, aan bij de bedrijfsbrandweer van de chemische fabriek en wordt uiteindelijk bevelvoerder. De band met het team en ook met de partners, is hecht.
Aan dit dynamische leven komt abrupt een eind als er op 8 juli 1992, om 9.54 uur, een enorme explosie plaatsvindt. “De klap was zo luid en duidelijk dat geheel Uithoorn en omstreken dit gehoord heeft. Direct was de zon niet meer zichtbaar en was het donker in Uithoorn. Vlammen, rook, glasscherven, sirenes … iedereen vraagt zich af wat er gebeurd is.”
“De volgende ochtend, 24 uur na de ramp, kwam het afschuwelijke bericht dat hij, en twee collega’s, omgekomen zijn. Mijn wereld stortte in. Mijn jongste zoon beseft op dat moment het verlies van zijn vader niet, maar mijn oudste zoon zegt dat hij morgen een nieuwe papa wil. De volgende dag ben ik jarig. Hij wilde persé dat het gevierd werd. We hebben ‘lang zal ze leven’ gezongen. Het ging door merg en been, maar ik moest het voor hem doen.”
In de moeilijke tijd die volgt hebben de leden van de bedrijfsbrandweer altijd voor ze klaargestaan, zegt ze. “Omkijken naar een ander zit in hun bloed, anders waren zij geen brandweermannen geworden. Ze hebben ons gesteund, kracht gegeven en ons getroost. We hoorden erbij en zijn nooit vergeten. Wat heeft ons dat enorm goedgedaan en wat zijn wij ook jullie hiervoor reuze dankbaar.”
Zoals ieder jaar werden de namen die op het Brandweermonument zijn geschreven voorgelezen, dit maal door vijf leden van brandweerpost Uithoorn. 99 namen, sinds 1945. Daarna werd het water-ereteken in werking gesteld. Dit ereteken wordt gevormd door twee brandweerspuiten waarvan de stralen elkaar kruisen. Ook op social media stond men massaal stil bij de omgekomen brandweermensen. Profielfoto’s werden uit eerbetoon voor de omgekomen brandweercollega’s vervangen door de zwarte profielfoto. Zo deelt de brandweer in Nederland gezamenlijk het verlies van dierbare collega’s.