Dit jaar vonden in Nederland de meeste natuurbranden plaats in de maanden mei en juni. In de week van 12-18 juni was er een grote piek met 99 branden. “Naar verwachting van het KNMI krijgen we in Nederland steeds meer te maken met natte periodes, afgewisseld met vaker extreem droge periodes. De natte periodes zorgen ervoor dat de begroeiing sneller groeit. Als het vervolgens extreem droog wordt, zoals we halverwege juni dit jaar zagen, veranderen deze planten, bomen, grassen in brandstof,” vertelt Anton Slofstra, die als commandant/directeur van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden deze ontwikkelingen ziet gebeuren. “Combineer dit met harde wind, hoge temperaturen en een moeilijk begaanbaar gebied en je hebt een brand die zich snel verspreidt en direct een ontwrichtende impact heeft op de leefomgeving.”
Actie is nodig, en dus stelde Brandweer Nederland een visie natuurbrandbeheersing op die naar verwachting eind dit jaar ook terugkomt in het Veiligheidsberaad. Hierin is de strategische koers beschreven die moet leiden tot een integrale aanpak voor natuurbrandbeheersing voor de periode tot 2030. Met de visie borduurt Brandweer Nederland onder andere voort op het natuurbrandsignaal dat eerder dit jaar gepubliceerd werd, en de visie uit 2016. Natuurbrand is daarnaast één van de impactcases van de klimaatscenario’s van het KNMI, wat de noodzaak tot actie bevestigt.
Commandant Anton Slofstra is hier, als landelijk portefeuillehouder natuurbrandbeheersing, blij mee: “De visie geeft ons als brandweer en veiligheidsregio’s concrete doelstellingen om ons voor te bereiden op de toekomst, een mooi vooruitzicht. Maar natuurbrand is allang geen ‘brandweerrood’ onderwerp meer. Andere partijen kunnen en moeten echt het verschil gaan maken, om de impact van een heftige natuurbrand beperkt te houden. Alleen door ook stappen te zetten in onze ruimtelijke inrichting, in de natuur en hoe we die gebruiken blijven we dit risico de baas. Daarom ook de oproep aan onze ‘groene’ partners, ministeries en andere betrokken organisaties om aan de slag te gaan met natuurbrandbeheersing. Alleen met elkaar kunnen we de risico’s beperken en ons voorbereiden op natuurbranden in de toekomst.”
De voorzitters van de veiligheidsregio’s, verenigd in het Veiligheidsberaad, spreken zich uit en willen dat ook het nieuwe kabinet, na de verkiezingen, investeert in het verkleinen van het natuurbrandrisico. Voorzitter van het Veiligheidsberaad Wouter Kolff licht toe: “Onbeheersbare natuurbranden zijn een reëel risico en vormen een grote bedreiging voor Nederland in de nabije toekomst. Daarom moeten we grote aandacht hebben voor de manier waarop we steden bouwen en het landschap inrichten. Investeren in natuurbrandpreventie is van enorm belang voor de nationale veiligheid.”
Daar hoort wat het Veiligheidsberaad betreft een aantal concrete acties bij die de integrale aanpak een boost moeten geven, vertelt Kolff: “Een coördinerend ministerie moet wat ons betreft de regie krijgen, zodat álle verschillende partijen op dit dossier dezelfde richting op gaan. We kunnen ons op dit terrein geen onnodige en ongewenste vertraging veroorloven. Daarnaast zijn er mooie eerste stappen gezet richting een multidisciplinair expertisecentrum natuurbrandbeheersing. Het is belangrijk dat we hiermee verder gaan en actief de samenwerking tussen natuurbeheerders, veiligheidsregio’s en kennisinstituten op het gebied van crisisbeheersing en natuurbeheer blijven stimuleren. Ook zijn er meer landelijk inzetbare voorzieningen nodig, denk aan extra slagkracht, specialistische eenheden en regio-overstijgende informatievoorziening en regievoering.”
* De aantallen natuurbranden zijn een eerste schatting door het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV), op basis van de meldingen uit het gezamenlijke meldkamer systeem (GMS) met de classificatie natuurbrand, aangevuld met specifieke incidenten die overgingen naar een natuurbrand. Deze cijfers worden in de loop van volgende jaar gecorrigeerd met cijfers over branden op het Artillerie Schietkamp van Defensie. Het werkelijke aantal branden zal dus nog afwijken. Wel geeft dit cijfer geeft een goed eerste beeld van natuurbranden op voornamelijk publieke terreinen.