Een restaurantketen wil een nieuw restaurant met hotel bouwen in gemeente X in de buurt van de snelweg. Maar voldoet het ook aan externe veiligheid en de brandveiligheidseisen? Gemeente X is vanuit de wettelijke adviestaak van de veiligheidsregio (Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt)) verplicht om advies te vragen aan de Veiligheidsregio om zo aan externe veiligheid en de brandveiligheidseisen te voldoen
Huidige situatie: Als het voldoet aan het advies en de regels, mag het pand worden gebouwd.
Situatie na invoering Omgevingswet: de veiligheidsregio kan niet altijd afgaan op wat vastligt in de wet- en regelgeving. Het is ja mits in plaats van nee tenzij. Dit betekent dat de veiligheidsregio ervoor moeten zorgen dat ze al in een vroeg stadium met de gemeente en andere partijen meedenkt en soms andere partijen moet overtuigen van de meerwaarde van haar advies. Kortom, meer participatie aan de voorkant organiseren.
Resultaat: Ja natuurlijk kan het restaurant met hotel gebouwd worden! Want de veiligheidsregio was al in een vroeg stadium betrokken als adviespartner dus de juiste maatregelen met betrekking tot de brandveiligheid te waarborgen, zijn getroffen.
Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Dit betekent dat het stelsel van regelgeving voor de fysieke en gezonde leefomgeving op de schop gaat maar waarin onderwerpen als burger participatie, lokaal maatwerk, en co-creeren centraal komen te staan. Het stelsel van de Omgevingswet bundelt de regels over ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Deze wetgevingsoperatie heeft gevolgen voor overheden die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de fysieke en gezonde leefomgeving waaronder de veiligheidsregio’s en de brandweer.
Voorheen was het zo dat bij een nieuwe ontwikkeling of bij bouwplannen de adviesrol van de veiligheidsregio wettelijk was vastgelegd. In de Omgevingswetgeving is deze wettelijke verplichting (adviesrol) komen te vervallen. Veiligheidsregio’s bieden daarom met haar deskundigheid op het gebied van fysieke veiligheid belangrijke meerwaarde door te adviseren over complexe vraagstukken en risico’s in de fysieke leefomgeving. Denk hierbij aan advies over bijvoorbeeld brandveiligheid van een gebouw, of natuurbrand.
‘Adviesrol regio’s blijft belangrijk en onmisbaar’
Het doel van de Omgevingswet is om een veilige en gezonde leefomgeving te creëren. Hierbij zullen wij als veiligheidsregio en brandweer anders moeten gaan werken met nieuwe instrumenten, veel meer aandacht voor onze houding en gedrag en in een digitaal stelsel om aan te kunnen sluiten bij deze transitie. (Collectieve) activiteiten die wij als Brandweer Nederland en Instituut Fysieke Veiligheid hiervoor bijdragen zijn:
DSO staat voor ‘Digitaal Stelsel Omgevingswet’. Dit is een stelsel van landelijke technische voorzieningen ten behoeve van de Omgevingswet. Het DSO ondersteunt digitaal de uitvoering van de Omgevingswet. Een concreet voorbeeld van zo’n landelijke technische voorziening is het omgevingsloket. Via dit loket kan iedereen die een omgevingsvergunning aanvraagt snel zien wat mag en wat niet mag volgens de Omgevingswet. Het is hierbij de bedoeling dat 70% van de aanvragen geautomatiseerd geaccordeerd wordt. De informatievoorziening vanuit de regio’s rondom de fysieke leefomgeving moet daarom goed en volledig zijn. Met de Omgevingswet veranderen de afspraken met de gemeente over vergunningverlening en dat vraagt om een andere manier van werken. Ook zijn er andere gegevens nodig. Het traject ‘Uitvoering plan van ‘digitaal stelsel Omgevingswet’ ondersteunt veiligheidsregio’s bij het ondernemen van de juiste acties en in de voorbereiding op dit digitale stelsel.
De Omgevingswet is een grote wetswijziging die consequenties heeft voor de fysieke veiligheid en dus ook voor de veiligheidsregio’s, de brandweer en de GHOR. De Omgevingswet past binnen de maatschappelijk trend om verantwoordelijkheid méér bij burger en bedrijven te leggen.
In essentie wordt huidige regelgeving rond bestemmingsplannen, vergunningen, verordeningen en sectoraal beleid vervangen door een nieuwe ‘stelsel’ van wetgeving met instrumenten zoals omgevingsvisies, -programma’s en -plannen. Het bestemmingsplan wordt bijvoorbeeld vervangen door een programmaplan waarin is vastgelegd wat mogelijk is en onder welke voorwaarden. 80% van de huidige vergunningen wordt vergunningvrij. Voor de overige 20% (‘complexe vergunningen’) geldt ‘akkoord onder voorwaarde’. De standaard termijn voor afhandeling vergunningen gaat van 24 naar 8 weken. De Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
Veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor de fysieke veiligheid en gezondheid in Nederland. Dat gaat over het blussen van branden, omgaan met crisis en rampen én het voorkomen van incidenten. De Omgevingswet biedt hiervoor de instrumenten. De Omgevingswet betekent voor de brandweer: meer betrokkenheid aan de voorkant van het proces, meer samen werken met burgers en bedrijven,
gemeente, rijk, waterschappen en provincies om initiateven mogelijk te maken. Hiervoor zijn andere competenties nodig: samenwerken in plaats van regels volgen, vertrouwen, toetsing achteraf in plaats van vooraf. Voor incidentbestrijding komt mogelijk minder of andere informatie beschikbaar.
Als veiligheidsregio’s niet klaar zijn voor de Omgevingswet kan dit ten koste gaan van de fysieke veiligheid. Ook bestaat het risico dat commerciële partijen werk overnemen.
De snelheid waarmee de invoering van de Omgevingswet plaatsvindt wordt voor een groot deel bepaalt door de ambitie van gemeenten: worden bestemmingsplannen direct vertaald naar omgevingsplannen of gebeurt dat later? Wil de gemeente technisch koppelen met de vergunning systemen van de veiligheidsregio?
Mogelijke acties voor de brandweer (veiligheidsregio):